Spoor 2 re-integratie is het vinden van werk voor een zieke medewerker buiten de organisatie wanneer er geen interne mogelijkheden tot werkhervatting aanwezig zijn. Er moet door een arbeidsdeskundige zijn vastgesteld dat er geen andere functies binnen het bedrijf beschikbaar zijn die met de vastgestelde beperkingen zijn uit te voeren. Zolang er geen duidelijk zicht is op herstel van de medewerker dient er een spoor 2 traject opgestart te worden. Dit is een verplichting vanuit de Wet Verbetering Poortwachter. Het opstarten van een Re-integratietraject spoor 2 is dus een wettelijke verplichting voor de werkgever wanneer terugkeer in eigen werk (nog) niet zeker is. Het vangt op zijn vroegst aan na de 8e week arbeidsongeschiktheid en uiterlijk na de 52e week arbeidsongeschiktheid. Dit is 6 weken na de eerstejaarsevaluatie. Het tweede spoortraject beslaat ongeveer 9-12 maanden en wettelijk maximaal twee jaar. Tenzij UWV bij de WIA-keuring van mening is dat er te weinig is gedaan aan re-integratie of het spoor 2 traject te laat is opgestart. In dat geval krijgt de werkgever een zogenaamde loonsanctie en dient deze de medewerker nog een jaar in dienst te houden. Wel mag er een bekortingsverzoek worden ingediend op het moment dat de werkgever van mening is dat er alsnog aan de re-integratieactiviteiten is voldaan. Tijdens een spoor 2 traject bepaalt de bedrijfsarts welke werkzaamheden de zieke medewerker kan verrichten. Indien de werkgever niet nalatig is geweest, zal het UWV na het verstrijken van de wachttermijn van 104 weken het arbeidsongeschiktheidspercentage bepalen. De werkwijze bij een spoor 2 trajectSpoor 2 re-integratie omvat doorgaans drie soorten activiteiten. In de eerste plaats is het hulp bij het solliciteren, dit is ook een belangrijk onderdeel waar het UWV naar kijkt wanneer het een uitspraak doet over de re-integratie-inspanningen van werkgever en werknemer. Het is daarom belangrijk dat werkgevers dit goed controleren en de sollicitaties nauwkeurig vastgelegd krijgen om een loonsanctie van UWV te voorkomen. Ten tweede zijn persoonlijke ontwikkeling en opleiding een belangrijke pijler van spoor 2. De derde is het zoeken naar werk. Het doorverwijzen en bemiddelen van kandidaten naar potentiële werkgevers is vaak cruciaal voor de succesvolle re-integratie van de tweede fase. Deze fase is ook wel vergelijkbaar met outplacement. Globaal omvat het tweede spoor traject een breed scala aan activiteiten en modules die, afhankelijk van de weknemer en de situatie, ingezet kunnen worden. Denk hierbij aan assessment, (her)scholing, rouwverwerking, begeleiding als zelfstandige, arbeidsmarktonderzoek, jobhunting en nazorg. Het inschakelen van een re-integratiebureauHet tijdig inschakelen van een spoor 2 re-integratiespecialist vergroot de kans op succes op het tweede traject aanzienlijk. Hoewel het voor een werkgever vaak relatief eenvoudig is om te re-integreren in Spoor 1, is dat voor Spoor 2 doorgaans veel lastiger. Er komt veel bij kijken en er staat financieel veel op het spel. Denk hierbij aan kennis en ervaring met re-integratieregelgeving en het UWV, maar ook aan de benodigde kwalificaties om re-integratiekandidaten correct door te begeleiden naar een nieuwe baan. Daarnaast moeten aanzienlijke financiële risico’s worden geneutraliseerd. Een re-integratie- of outplacementbureau kan een groot verschil maken. Bijvoorbeeld in de vorm van alternatieve arbeidsovereenkomsten en monitoring om de terugkerende kandidaat weer aan het werk te krijgen. Denk hierbij aan een stage, proeftijd, tijdelijk of als zelfstandige. Bovendien zijn de integratiebureaus op de hoogte van de ondersteuning en systemen die worden aangeboden aan doelgroepen die moeite hebben met het vinden van werk, en die niet altijd beschikbaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn arbeidsongeschikte of oudere werknemers waarvoor verschillende regelingen bestaan. |
https://spoor2reintegratiespecialist.nl |